Hoe werkt u als ondernemer een pensioentekort weg?
Mogelijke oplossingen om een pensioentekort op te vangen.
Afhankelijk van uw pensioensituatie zijn er vele mogelijkheden om een pensioentekort (ouderdomspensioen en/of nabestaandenpensioen) op te vangen.
Burcht verzekeringen en hypotheken kijkt graag samen met u naar de opties die het beste bij uw situatie aansluiten.
Sparen via een lijfrente (Box1), is een fiscaal voordelige manier om te sparen voor pensioen. Dit sparen kan via een verzekering, op een spaarrekening bij de bank of op een beleggingsrekening, bijvoorbeeld bij een vermogensbeheerder.
Een Box1-rekening is een geblokkeerde rekening. Dit betekent dat u er wel op kunt storten, maar u kunt het opgebouwde kapitaal pas ná uw AOW-datum aanspreken. U laat het bedrag dan periodiek uitkeren als aanvulling op uw AOW (en eventueel ouderdomspensioen).
De premie is aftrekbaar van de inkomstenbelasting (tot op bepaalde hoogte), de uitkeringen zijn ter zijner tijd belast.
De jaarruimte is het maximale bedrag (per jaar vast te stellen) wat u mag storten in een lijfrente. De inleg die u op uw lijfrenterekening stort, mag u aftrekken in de aangifte inkomstenbelasting. Pas wanneer de lijfrente tot uitkering komt, dus na uw AOW-datum, betaalt u inkomstenbelasting over de uitkeringen die u aankoopt met het lijfrentekapitaal.
Fiscaal aantrekkelijk omdat u premieaftrek geniet (en dus een liquiditeitsvoordeel) én omdat in de regel u na uw AOW-datum in een lager belastingtarief valt dan daarvoor.
Reserveringsruimte is de ongebruikte jaarruimte van de afgelopen 10 jaar. Was uw jaarruimte in de afgelopen 10 jaren bijvoorbeeld steeds €1.500 per jaar, maar heeft u hiervan geen gebruik gemaakt? Dan is uw reserveringsruimte €15.000.
De overheid vind het belangrijk dat iedereen kan genieten van een goed pensioen. Daarom maakt de overheid het fiscaal aantrekkelijk om in te leggen op een lijfrenterekeningrekening of lijfrenteverzekering.
Bouwt u te weinig pensioen op dan kunt u gebruik maken van de jaarruimte. Ieder jaar mag u een bepaald bedrag aan jaarruimte storten. Maar u mag de jaarruimte van 2023 bijvoorbeeld alleen in ditzelfde jaar storten.
Stel dat u een pensioentekort heeft maar nu niet over de liquide middelen beschikt om gebruik te kunnen maken van de jaarruimte. Dat zou wel erg sneu zijn.
Gelukkig is er de mogelijkheid om de gemiste jaarruimte in te halen. Met de reserveringsruimte. Daarmee krijgt u de mogelijkheid om de niet-gebruikte jaarruimte van de afgelopen 10 jaren met terugwerkende kracht alsnog te benutten.
Een andere mogelijkheid om uw pensioen aan te vullen is simpelweg sparen/beleggen. Dit doet u in Box3.
Sparen/beleggen kunt u bij een bank of op een beleggingsrekening via bijvoorbeeld een vermogensbeheerder. Anders dan bij een lijfrente, is het geld op een Box3-rekening vrij opneembaar.
U mag ongelimiteerd storten, maar u mag de inleg niet aftrekken bij de aangifte inkomstenbelasting. Daarnaast betaalt u vermogensrendementheffing over het opgebouwde kapitaal dat boven de belastingvrije voet uitkomt.
Waarom zou u kiezen voor sparen in Box3?
Als u al een goed pensioen opbouwt via een werkgever kan het zijn dat u geen fiscale jaarruimte meer over heeft om een lijfrente (Box1) af te sluiten.
Een andere reden om te sparen in Box3 is dat u eerder wilt stoppen met werken. Het gemis aan salaris kungt u dan opvangen met het bij elkaar gespaarde kapitaal.
U kunt beter op jonge leeftijd beginnen met sparen. Zo vergroot u uw totale inleg maar ook het rendement op die inleg. U heeft immers alle jaren rendement op rendement en dat loopt behoorlijk op.
De eerste inleg is dus de belangrijkste inleg, de laatste inleg is het minst van invloed op het eindkapitaal waarmee u uw pensioenuitkerting kunt aankopen.
Indien u geen ouderdomspensioen opbouwt bouwt u ook geen nabestaandenpensioen op. Dat tekort aan nabestaandenpensioen kunt u opvangen door het sluiten van een overlijdensrisicoverzekering.
Burcht verzekeringen en hypotheken kan u voorrekenen hoe hoog het kapitaal moet zijn dat u zou moeten verzekeren. Dat kapitaal kan door uw nabestaanden worden gebruikt als aanvulling op het inkomen wanneer u komt te overlijden.
U geniet fiscaal voordeel als u de premie mag aftrekken van de inkomstenbelasting. Feitelijk is de risicoverzekering dan een nabestaanenlijfrenteverzekering. Een uitkering is dan wel belast!
U bent vrij in de keuze van de looptijd van de overlijdensrisicoverzekering, bijvoorbeeld tot het moment dat uw kinderen volwassen zijn of klaar zijn met hun studie. Zo'n verzekering is vrij goedkoop, omdat hij alleen uitkeert als u gedurende de looptijd van de verzekering overlijdt.
Een tekort aan nabestaandenpensioen kunt u voorkomen door het afsluiten van een nabestaandenlijfrente. Er zijn twee vormen:
Overlevingsrente (nabestaandenlijfrente)
Een overlevingsrente is een overlijdensrisicoverzekering op uw leven. Als u komt te overlijden komt een kapitaal beschikbaar waarmee een periodieke uitkering kan worden aangekocht en waarmee het inkomen dat uw partner krijgt uit de Anw en nabestaandenpensioen wordt aangevuld. De verzekering kan tijdelijk uitkeren tot een bepaalde datum of levenslang (dus tot de partner zelf komt te overlijden).
Erfrente
De erfrente is bedoeld voor uw kinderen. De kosten van de verzorging, studie e.d. kan worden betaald met de aanvullende uitkering.
Als een nabestaande geen recht heeft op een uitkering vanuit de Anw (of als deze wordt gekort), ontstaat er een zogenoemd Anw-hiaat. Dit tekort kan worden opgevuld met een Anw-hiaatpensioen.
Anw-hiaatpensioen is niet standaard opgenomen in pensioenregeling
In een reguliere pensioenregeling is een Anw-hiaatpensioen vaak niet of alleen op vrijwillige basis geregeld. Slechts een kwart van de pensioenfondsen heeft een Anw-hiaatpensioenregeling. Daarvan is de helft op vrijwillige basis (20% neemt daadwerkelijk deel).
Anw-hiaat vooral van belang voor lage- en middeninkomens
Over een deel van het salaris wordt geen pensioen opgebouwd om dubbele pensioenopbouw over het AOW deel te voorkomen. Deze zogenoemde AOW-franchise werkt door in het nabestaandenpensioen. Hierdoor bouwen werknemers met een inkomen dat net boven de AOW-franchise uitkomt, maar een beperkt bedrag aan nabestaandenpensioen op per maand.
Rekenvoorbeeld
Jan verdient stel € 25.000,- per jaar als monteur. De AOW franchise is € 13.785,-. Hij bouwt dus een pensioen op over € 11.215,-. Bij een volledige diensttijd bouwt hij 70% van het ouderdomspensioen op: € 7.850,-. Het nabestaandenpensioen is daar nog eens 70% van: € 5.495,- ofwel slechts 22% van het oorspronkelijke inkomen vanJan. Geen vetpot dus!
Om deze inhoud te bekijken dient u cookies te accepteren.